Verlangen

“Ik zou zó graag na al die jaren weer eens verliefd op haar willen zijn”.

Sprak hij. Ik keek hem aan. Uit zijn ogen sprak een diep, oprecht verlangen. Bijna lichte wanhoop. Hij is bijna 50. De vele rimpeltjes rond zijn ogen duiden op een niet aflatende levenslust. En ook wel wat synchronisch slaaptekort. Ik heb wel eens samen met hem door Amsterdam gelopen en dan zie ik hoe vrouwen hem aankijken en hoe hij terugkijkt. Hoewel ik de spanning en elektriciteit die instantaan ontstaat kan voelen, weet ik dat hij al weer 15 jaar getrouwd is en –belangrijker- trouw is.

In de gesprekken die ik de afgelopen maanden met hem voerde hebben we hier één keer over gesproken en vertelde hij mij dat hij niet zonder al die vrouwelijke aandacht kan, maar dat hij het ook heel goed weet te begrenzen. “Vreemd gaan is geen optie, Jeroen.” Hij heeft twee stoere zonen, inderdaad een leuke vrouw, een baan, een heerlijk huis, veel vakantie, degelijke vrienden, etc.

En dan toch die zin. Dat diepere verlangen. Naar seks? Is dat wat hoort bij verliefd zijn? Naar meer aandacht? Krijgt hij van alle kanten in ruime hoeveelheden en variëteiten aangeboden. Is het misschien je willen onttrekken aan de regelmaat? Aan de vaststaandheid der dingen. Hebben we niet allemaal wel eens een moment dat we verlangen naar een kleine, overzichtelijke, in zijn gevolgen beheersbare, uitspatting? Een korte flirt. Een vluchtige kus. Een ontmoeting.

Of toch naar seks. Meer seks. Andere seks. Iets zonder romantiek, liefde en andere complicerende factoren. Voor een man van de wereld zoals ik hem typeer is dat gewoon te regelen. En toch lijkt dat niet waarnaar hij op zoek is.

Wat hij zoekt is de ochtend dat hij wakker wordt, naast zich kijkt en een prachtige vrouw ziet liggen. Zijn vrouw.

Ze slaapt nog. Heel voorzichtig legt hij zijn hoofd op haar kussen en snuift haar op: de zilte geur van zoute zeelucht en de herinnering aan vroegere vakanties met z’n tweeën. Teder veegt hij het haar uit haar gezicht en kust haar ogen wakker.

Twee blauwgrijze parels kijken hem verwonderd aan. Eén seconde slechts duurt deze verwondering.

Dan opent er zich in haar ogen een diepblauwe zee, zo intens en vol van verlangen dat hij voelt dat alle grenzen vervagen en dat hij niets anders kan en wil dan het over zich heen laten komen. Al haar liefde. Al haar zijn. Alles wat hij haar heeft gegeven en heeft teruggekregen. Oneindig dankbaar dat ze dit samen hebben en kunnen koesteren.

Oneindig verliefd op haar. Op zich zelf. En wat er samen is.

Dit, wat hij ergens in al die jaren had verloren, heeft hij vanochtend, deze wonderlijke ochtend, weer hervonden.

Plaats een reactie